Friday, February 22, 2013

grammatica: Nach und Zu

Wij zeggen : we gaan naar Zwitserland. We gaan naar de bakker. Maar in Duitsland zijn er verschillende manieren waarop ze dit zeggen. Ze gebruiken meestal het woord zu (="naar") maar soms ook het woord nach (= "naar" of "achter", maar hier gebruikt als "naar"). Maar wanneer gebruiken we nu zu of nach?

Bij geografische (aardrijkskundige) namen gebruiken ze in het Duits vrijwel altijd nach.
Ook wordt "nach"gebruikt als het in een vaste combinatie zit, zoals in : Ich gehe nach Hause, zuerst fahre ich nach links und dann wieder nach rechts.

In de andere situaties gebruiken ze gewoon zu.
Na "zu" verandert bij de lidwoorden iets, die komen in de derde naamval te staan.
Want "zu" is een voorzetsel met een vaste derde naamval.
Vaak wordt het voorzetsel en het lidwoord samengetrokken, dan staat er bijvoorbeeld zum of zur.

Ook bij de ein-woorden verandert er iets, ook die komen in de derde naamval te staan. 
Dus dit geldt ook voor de woorden kein(e), mein(e), dein(e), sein(e), ihr(e), unser(e), ihr(e).
Wel komt er vaak ook nog een exra -n achter het zelfstandig naamwoord als dit meervoud is. 

Het is der Bäcker. (m)
Ich gehe zum  (zu dem)  Bäcker.
Ich gehe zu (+3) einem Bäcker.

Het is die Lehrerin. (v)
Ich gehe zur (zu der) Lehrerin
Ich gehe zu (+3) einer Lehrerin

Het is das Schwimmbad
Ich gehe zum (zu dem)Schwimmbad
Ich gehe zu einem Schwimmbad

Het is die Kinder. (mv)
Der Vater geht zu seinen Kindern

Hoe dan ook, het is dus zu als het gewoon naar iets toe gaan, maar als het een plaatsnaam, land of gebergte is dan gebruik je nach.
 


extra Grammatik

Ik heb drie nieuwe pagina's toegevoegd over grammatica. 
Uitleg over het bezittelijk en bijvoeglijk naamwoord.
En over de trappen van vergelijking.
Kijk dus in het rijtje informatiepagina's hiernaast als je extra uitleg wil. 

En dan is er nog deze: uitleg over hoe het zit met der, die of das enzo.

Thursday, February 21, 2013

Dan is er maar één mogelijkheid

In de examengroepen hebben we het over Trümmerliteratur. De literatuur van vlak na de tweede wereldoorlog. Die Stunde Nul. Schrijvers uit die tijd verwoorden de sfeer die er met name in de kapotgeschoten steden heerste : uitzichtloos, leeg en een toekomst die schijnbaar niet in te vullen was. Deze periode duurde een aantal jaren, mensen moesten letterlijk met hun blote handen het puin opruimen en de steden herbouwen....Ze dachten liever niet meer na over de oorlog en wie daarmee ook al weer begonnen was. De taal die ze gebruiken is dichterlijk, beetje hoogdravend, soms met hele pagina's vol met korte zinnen, bijna kinderlijk, maar ook opeens met hele lange zinnen, juist om die tegenstelling te laten zien.De korte verhalen en gedichten zijn doorgaans alleen maar een gortdroge beschrijving van de ruïnes waar mensen zich in bevonden, maar sommigen, zoals Borchert, klaagden de gehele samenleving aan, als medeverantwoordelijk voor alles wat er gebeurt was in de afgelopen jaren... 

Dit is mijn vertaling van "Dann gibt es nur eins!", een gedicht dat jullie in de les gekregen hebben en dat gezien wordt als een antimilitaristisch manifest. 

Dan is er maar één mogelijkheid! 

Jij.Man aan de machine en man in de werkplaats. Als ze je morgen bevelen, dat jij geen waterleidingen en geen pannen meer moet maken, maar staalhelmen en machinegeweren, dan is er maar één mogelijkheid: zeg NEE! 
Jij.Meisje achter de toonbank en meisje op het kantoor. Als ze je morgen bevelen dat je granaten moet gaan vullen en verrekijkers voor scherpschutters-geweren moet gaan monteren, dan is er maar één mogelijkheid: zeg NEE! 
Jij. Eigenaar van de fabriek. Als ze je morgen bevelen, dat je in plaats van poedersuiker en cacao, kruit moet gaan verkopen, dan is er maar één mogelijkheid: zeg NEE! Jij.Wetenschapper in je laboratorium. Als ze je morgen bevelen om een nieuwe dood te ontwikkelen om in te zetten tegen het oude leven, dan is er maar één mogelijkheid: zeg NEE! Jij.Dichter in je woonkamer. Als ze je morgen bevelen, dat je geen liefdesliederen, maar haatliederen moet zingen, dan is er maar één mogelijkheid: zeg NEE! 
Jij.Arts aan het ziekbed. Als ze je morgen bevelen dat je mannen geschikt voor de militaire dienst moet verklaren, dan is er maar één mogelijkheid: zeg NEE! 
Jij. Pastoor op de preekstoel. Als ze je morgen bevelen, dat je de moord moet zegenen en de oorlog heilig moe verklaren, dan is er maar één mogelijkheid: zeg NEE! 
Jij. Kapitein op het vrachtschip. Als ze je morgen bevelen, dat je geen graan meer mag vervoeren, maar kanonnen en pantserwagens, dan is er maar één mogelijkheid: zeg NEE! Jij.Piloot op het vliegveld. Als ze je morgen bevelen, dat je bommen en fosfor over de steden moet dragen, dan is er maar één mogelijkheid: zeg NEE! 
Jij.Kleermaker in je bed. Als ze je morgen bevelen dat je uniformen moet gaan naaien, dan is er maar één mogelijkheid: zeg NEE! 
Jij. Rechter in je officiële robe. Als ze je morgen bevelen, dat je voor de krijgsraad moet gaan werken, dan is er maar één mogelijkheid: zeg NEE! 
Jij.Man op het perron. Als ze je morgen bevelen, dat je het vertreksignaal moet gaan geven voor de munitietrein en voor de troepentransporten, dan is er maar één mogelijkheid: zeg NEE! Jij.Man in het dorp en man in de stad. Als ze je morgen bevelen om je te melden in de kazerne om in krijgsdienst te gaan, dan is er maar één mogelijkheid: zeg NEE! 
Jij.Moeder in Normandië en moeder in de Oekraïne, jij, moeder in San Francisco en Caïro en Oslo - Moeders in alle werelddelen, moeders van de wereld, als ze je morgen bevelen, dat jullie kinderen moeten baren, verpleegsters voor de fronthospitalen en nieuwe soldaten voor nieuwe veldslagen, moeders van de wereld, dan is er maar één mogelijkheid: zeg NEE! 
Want als jullie geen NEE zeggen, als JULLIE geen nee zeggen, moeders, dan... 
Zullen in de lawaaierige dampige havensteden de grote schepen kreunend verstommen en als gigantische mammoet-kadavers als water-lijken traag tegen de dode vereenzaamde kademuren draaien, met algen, zeewier en mosselen begroeid, het vroegere schitterende daverende lijf nu geurend naar kerkhoven en rotte vis, muf, ziekelijk, gestorven. 
Zullen de trams als zinloze glansloze glas-ogige kooien, dom gedeukt en afgebladderd naast de verwarde stalen skeletten van kabels en rails liggen, achter beschimmelde schuren met gaten in het dak, in verloren met kraters bezaaide straten. 
Zal een moddergroene dikke brei van loden stilte naderbij walsen, vraatzuchtig, groeiend, ze zal zich in de scholen en universiteiten, de theaters en op sport en speelvelden nestelen, griezelig en gierig, onafwendbaar.
Zullen de zonnige sappige wijndruiven aan de afbrokkelende hellingen verrotten, de rijst zal in de verdorde aarde opdrogen, de aardappels zullen op de braakliggende akkers bevriezen en de koeien zullen hun verstijfde poten als omgekeerde melkkrukjes naar de hemel strekken. Zullen in wetenschappelijke instituten de geniale uitvindingen van briljante artsen verzuren, wegrotten, als paddenstoelen verschimmelen. 
Zullen in de keukens, de kamers en de kelders, in de koelhuizen en op zolders de laatste zakken meel, de laatste potten met aardbeien, pompoen en kersensap vergaan, het brood onder de omgegooide tafels en op gebroken borden zal groen worden, en de uitgelopen boter zal stinken als smeerolie, het koren zal op de velden naast verroeste ploegen in elkaar zakken, als een verslagen leger, de walmende stenen rookkanalen, de ijzergieterijen en schoorstenen van de stampende fabrieken zullen door het eeuwige gras afgedekt afbrokkelen, afbrokkelen, afbrokkelen... 
Dan zal de laatste mens, met uit elkaar getrokken darmen en verpeste longen, zonder antwoorden en eenzaam, onder de giftig gloeiende zon en onder een wankel gesternte ronddwalen, alleen tussen de oneindige massagraven en kille afgoden, de enorme betonklompen van desolate steden, de laatste mens, onvruchtbaar, waanzinnig, lasterend, klagend – en zijn verschrikkelijke klaagzang, WAAROM, zal onhoorbaar in de steppe vervliegen, door de versplinterde ruïnes waaien, wegsijpelen in het puin van de kerken, tegen de hoge bunkers slaan, in de poelen van bloed vallen, onhoorbaar, antwoordloos, laatste dierlijke schreeuw van de laatste dierlijke mens. 
Dat allemaal zal gebeuren, morgen, misschien morgen, misschien vannacht al, misschien vannacht, als, als, als jullie geen NEE zeggen.